Achterstanden en wachttijden zijn niet alleen bij het UWV aan de orde van de dag. Ook bij andere instanties lopen de wachttijden op. Ook bij (sommige) rechtbanken neemt het aantal zaken toe en daardoor ook de wachttijden voor een plek ‘op zitting’. Als er dan een zitting is gepland, dan moet je als procespartij natuurlijk wel komen opdagen…
In een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland (ECLI:NL:RBMNE:2024:5739) had de ex-werkgever van de werknemer met succes bezwaar ingesteld tegen de WGA-uitkering van de werknemer; de WGA-uitkering stopt. De werknemer is het daar niet mee eens en heeft met behulp van een juriste van de rechtsbijstandsverzekeraar beroep ingesteld tegen deze beslissing.
Bij de mondelinge behandeling blijken zowel de rechtsbijstandsjurist als de werknemer zelf niet aanwezig te zijn. De griffier heeft de juriste daarom (heel praktisch) gebeld met de vraag waarom zij en haar cliënte niet aanwezig zijn. De juriste blijkt de werknemer inmiddels niet meer bij te staan en het lijkt erop dat de werknemer helemaal niet op de hoogte was van de zitting... (pijnlijk)
De rechtbank heeft daar geen boodschap aan:
“(…)De rechtbank heeft erover nagedacht of de zitting moest worden uitgesteld, maar heeft besloten om de zaak door te laten gaan. Dat is nadelig voor eiseres, want het lijkt erop dat zij niet van de zitting afwist. Maar dat is niet de schuld van de rechtbank, maar van de rechtsbijstandsverzekeraar. Een plekje op een zitting is schaars. Als de rechtbank de zitting zou uitstellen, is dat niet goed voor de planning van de zaken en er liggen al veel zaken te wachten om behandeld te worden. De rechtbank zal dit proces-verbaal naar het kantoor van de rechtsbijstandsverzekeraar sturen en ook naar eiseres zelf. Als eiseres het niet eens is met de uitkomst, dan kan zij in hoger beroep gaan. Als zij het niet eens is met de kosten die zij daarvoor moet betalen, dan moet zij naar de rechtsbijstandsverzekeraar gaan en wijzen op de fout die daar is gemaakt. Dat kan zij doen door deze uitspraak te laten lezen.(…)”
Ook geeft het beroepschrift dat de juriste heeft ingediend geen aanleiding voor de rechtbank om anders te oordelen. Geen recht meer op een WGA-uitkering en vermoedelijk een aansprakelijkheidskwestie richting de rechtsbijstandsverzekeraar rijker.